Weet je nog met hoeveel plezier je vroeger in de verkleedkist dook?
Soms is het lastig om los te komen van het idee dat je sommige dingen samen hebt gekocht en altijd samen draagt. Een frisse blik in je kledingkast kan voor geweldige momenten zorgen. Ik deed laatst nog een garderobesessie bij iemand, en dat begon zo.
Een garderobesessie
Ze keek me een beetje verontschuldigend aan toen ze de deuren van haar kast opende. “Ik heb eigenlijk genoeg kleding hoor,” zei ze, “maar ik heb altijd het gevoel dat ik niets aan kan.” Wat ik zag, was geen tekort aan kleding, integendeel. Mooie merken, alle setjes netjes bij elkaar. Elk seizoen zorgvuldig uitgekozen, samen met schoenen en accessoires. En toch zat daar precies het probleem.
Tijdens onze garderobesessie vertelde ze me hoe ze altijd winkelde: In een paar vaste winkels kocht ze complete setjes. Wat ze op dat moment leuk vond, vaak wat er in de etalage stond of wat een verkoopster aan had. Een blouse met een bijpassende broek, een jurk met precies de juiste blazer erbij. Veilig, overzichtelijk.
Maar ook kwetsbaar. Want zodra één onderdeel van zo’n setje in de was zat, niet meer paste of simpelweg ‘even niet goed voelde’, viel het geheel weg. En daarmee verdween ook haar zelfvertrouwen. De rest van de kleding bleef hangen. Ze durfde niet te spelen.
Dit zie ik vaker dan je denkt. Veel vrouwen bouwen hun garderobe op in losse eilandjes, in plaats van een geheel dat met elkaar kan communiceren. Terwijl juist daar de weg zit naar jouw authentieke stijl.
Wees creatief, durf te spelen
Ik vroeg haar of ze het leuk vond om samen te spelen. Niet nadenken over ‘hoe het hoort’, maar gewoon proberen. Ze glimlachte voorzichtig. We begonnen met een top die ze alleen droeg op die ene broek. Ik combineerde haar met een rok die ze al jaren had, maar nooit meer aantrok. Daaroverheen een bomberjasje, dat ze eigenlijk altijd te casual vond om naar het werk te dragen. En toen gebeurde er iets. Ze keek in de spiegel, viel even stil en zei zacht: “Dit heb ik nog nooit zo gedragen… maar dit bén ik.”
Vanaf dat moment ging het snel. Een sjaal werd ineens het verbindende element tussen drie verschillende outfits. Kleuren die ze nooit samen had gezien, bleken elkaar te versterken. Wat eerst ‘losse setjes’ waren, werd een garderobe met mogelijkheden. Weeskindjes in de kast vonden een nieuw thuis, want ze zag combinaties ontstaan waar ze zelf nooit aan had gedacht. Niet omdat ze geen gevoel voor stijl heeft, maar omdat niemand haar had geleerd om haar kast als één geheel te bekijken.
En dat is precies waar die kinderlijke speelsheid weer terug mag komen. Denk eens aan vroeger: rondscharrelen in mama’s hakken, oma’s sjaals om je schouders, vaders hoed iets te groot op je hoofd. Er is geen goed of fout. Alleen nieuwsgierigheid en creativiteit. Waarom stoppen we daar eigenlijk mee zodra we volwassen zijn?
Je eigen kast is een schatkamer.
Er liggen combinaties verborgen die wachten om ontdekt te worden. Een koele blouse onder een zachte trui. Een ‘moeilijke’ rok met een onverwacht simpele top. Of een print waarin al jouw mooiste kleuren samenkomen (prints zijn perfect als startpunt voor nieuwe combinaties).
Dit voelt als winkelen, maar dan zonder geld uit te geven. Geen overvolle paskamers, geen regen op weg naar de stad. Alleen jij, je kast en een frisse blik. En elke nieuwe combinatie die werkt, geeft niet alleen een nieuwe outfit, maar ook zelfvertrouwen.
Aan het einde van de sessie zei mijn klant: “Het voelt alsof ik ineens veel meer kleding heb.” Veel kleding had ze altijd al, alleen nu kon ze het allemaal dragen op een manier die bij haar past. Ze hoefde het alleen anders te leren zien. En misschien geldt dat voor jou ook.
